Waarom een hemelwater- en droogteplan?
De voorbije jaren is in Vlaanderen het inzicht gegroeid dat men anders moet omgaan met het hemelwater. Vlaanderen is zeer kwetsbaar voor droogte door de hoge bevolkingsdichtheid, de lage instroom van zoetwater door rivieren, de hoge verhardingsgraad en het hoge waterverbruik.
Door de klimaatverandering komt die kwetsbaarheid nog meer onder druk te staan. Langere droge periodes en overvloedige regenbuien wisselen elkaar steeds vaker af, met overlast en schade tot gevolg.
Deze nieuwe realiteit noopt ons om anders met water om te gaan en de omgeving en haar infrastructuur anders in te richten. Daarom ontwikkelde de gemeente i.s.m. Fluvius en tal van lokale spelers een hemelwater- en droogteplan, om de effecten van wateroverlast, droogte en hitte te minimaliseren.
Wat is een hemelwater- en droogteplan?
Een hemelwater- en droogteplan bevat een integrale visie over waar en hoe het hemelwater in een gebied zoveel mogelijk ter plaatse wordt geïnfiltreerd of hergebruikt, gebufferd en pas als laatste stap vertraagd wordt afgevoerd.
Het hemelwater- en droogteplan is een beleidsplan dat als leidraad dient ingezet te worden bij alle toekomstige ruimtelijke ingrepen om de integrale ruimtelijke visie uit te werken.
Bovendien stelt de Blue-Deal dat een gemeente na 2024 enkel nog toegang heeft tot water gerelateerde subsidies (waaronder rioleringssubsidies) als zij beschikt over een voldoende ambitieus hemelwater- en droogteplan.
De opbouw van het plan
Het hemelwater- en droogteplan bestaat uit een omgevingsanalyse (inventaris), juridische en beleidsmatige context, een overzicht van de verschillende knelpunten en kansen, een visie op gemeentelijk niveau en per deelzone en tot slot een actieplan.
In hoofdstuk 7 wordt de gemeente opgedeeld in verschillende deelgebieden. De opdeling gebeurt in eerste instantie op basis van de natuurlijke afstroomgebieden en de aanwezige riolerings- en afwateringsinfrastructuur.
De 7 verschillende deelgebieden zijn:
- Lopende beek en Trawoolbeek
- Lellebeek en Leibeek
- Molenbeek en Veerlebeek
- Plattesteenbeek
- Leibeek
- Barebeek
Elke zone heeft een specifieke visie en maatregelen.
Voor elke deelgebied wordt de visie omtrent hemelwater besproken aan de hand van regenwaterafvoerassen (RWA). Deze regenwaterafvoerassen duiden de richting aan van het plaatselijk afstromend hemelwater. Binnen de visie van het hemelwater- en droogteplan is men op zoek gegaan naar allerhande bronmaatregelen, al dan niet langs deze regenwaterafvoerassen, om het hemelwater zoveel mogelijk vast te houden. Bij de definitie van deze RWA-assen wordt zoveel mogelijk gekeken naar de natuurlijke afwateringsrichting, de wens om gravitair af te wateren, het bestaande grachtenstelsel en de huidige belasting van de waterlopen.
De visie binnen het hemelwater- en droogteplan bestaat uit het vermijden van afstromend hemelwater. We kijken daarom met een kritische blik naar onze omgeving. Veel straten en voortuinen bevatten meer verharding dan eigenlijk noodzakelijk is. Door dat hoge aandeel verharding stroomt er te veel water af naar de riolering, die dan overstroomt bij hevige regenval. Omdat er te weinig water de kans krijgt in de grond in te dringen, is het ook met de grondwatertafel niet goed gesteld. De sleutel is dus (doordacht) ontharden en vergroenen.
Concreet betekent dit dat regenwater niet meer 'zomaar' mag verdwijnen in de riolering. Het moet zoveel mogelijk de kans krijgen om ter plaatse te infiltreren. Afstroom van hemelwater wordt zo veel mogelijk vermeden door overbodige verharding te verwijderen. Wanneer er toch afstroom is, dient er ingezet te worden op het ter plaatse houden van het water en het te hergebruiken. Wanneer niet al het afstromend water hergebruikt kan worden, moet infiltratie ervoor zorgen dat het water uit het riolerings- of waterlopensysteem gehouden wordt. In laatste instantie kan gekeken worden naar het bufferen en vertraagd afvoeren van het water. Pas indien er geen ruimte beschikbaar is om het afstromend hemelwater te bufferen, zal het geloosd worden op het RWA-stelsel. De RWA-assen die beschreven worden in het hemelwater- en droogteplan dienen bijgevolg als nood overstort -en afvoer.
Wat kunnen we ons daarbij voorstellen?
Bijgaande fotos geven mooie voorbeelden van wat er mogelijk is. Natuurlijk wordt er in elke situatie op maat gewerkt. De voornaamste handgrepen zijn het beperken van verharding tot een noodzakelijk minimum, zodat water de kans krijgt om in de grond in te dringen; het aanplanten van meer groen en bomen, ruimte maken voor waterinfiltratie met bv wadis en verlaagde groenstroken. Elke meter waar het water lokaal kan infiltreren is een gewonnen meter. Zo voorkomen we wateroverlast én zorgen we voor een betere grondwaterstand tijdens droge periodes. Onze straten worden er bovendien mooier en gezonder door!